Inwerkingtreding 21 maanden na publicatie van de wijzigingsverordening (1 oktober 2017)
De wijzigingsverordening bevat een aantal bepalingen die pas 21 maanden na publicatie van de verordening in werking treden, omdat ze verder moeten worden ontwikkeld aan de hand van afgeleide wetgeving, namelijk door middel van een gedelegeerde handeling en een uitvoeringshandeling.
Globaal genomen gaat de gedelegeerde handeling over de procedureregels voor opposities, vervallenverklaringen, nietigverklaringen, beroepsprocedures voor de kamer van beroep, de organisatie van de kamers van beroep, kennisgevingen van en mededelingen aan het Bureau, termijnen en opschortingen, alsook bepaalde procedures met betrekking tot internationale inschrijvingen.
De uitvoeringshandeling gaat over zaken zoals de inhoud van een Uniemerkaanvraag, de afbeelding van Uniemerken, taal- en vertaalaangelegenheden, voorrang en anciënniteit, overgang en afstand, collectieve Uniemerken en Uniecertificeringsmerken, alsook bepaalde procedures met betrekking tot internationale inschrijvingen.
De Europese Commissie heeft van beide handelingen een ontwerpversie gepubliceerd op:
- ontwerp van uitvoeringsverordening;
- ontwerp van gedelegeerde verordening.
Het Bureau wil gebruikers vóór de inwerkingtreding van deze veranderingen informeren over de gevolgen ervan voor de praktijk van het Bureau. Bovendien worden de richtsnoeren voor het onderzoek van het Bureau vóór de inwerkingtreding van deze veranderingen bijgewerkt, zodat deze veranderingen in de onderzoekspraktijk van het Bureau kunnen worden verwerkt.
- De wijzigingsverordening schrapt het vereiste van "vatbaarheid voor grafische voorstelling". Dit houdt in dat tekens vanaf 1 oktober 2017 in elke passende vorm met algemeen beschikbare technologie kunnen worden weergegeven, op voorwaarde dat het teken duidelijk, nauwkeurig, op zichzelf staand, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief is.
- Voordat deze bepaling van de wijzigingsverordening in werking treedt, zal het Bureau gebruikers informeren over alternatieve media en formaten die aan de nieuwe bepaling voldoen.
- Uniecertificeringsmerken zijn een nieuw soort merken op het niveau van de Europese Unie. Deze merken bestaan al in sommige nationale stelsels voor intellectuele eigendom.
- Met certificeringsmerken kunnen certificatie-instellingen of -organisaties hun aangesloten leden de mogelijkheid bieden het merk te gebruiken als teken voor waren of diensten die aan de certificatievoorschriften voldoen.
- Bepalingen voor het online staven van opposities en doorhalingen in bepaalde gevallen op basis van onlinebronnen die door het Bureau worden erkend
- Verkregen onderscheidend vermogen als bijkomende aanspraak, waardoor de aanvrager in de praktijk het recht op beroep wegens intrinsiek onderscheidend vermogen kan ondervangen zonder het verkregen onderscheidend vermogen aan te tonen
- Codificering van de praktijk van het Bureau (zoals uitgelegd in zijn richtsnoeren) met betrekking tot te laat ingediend stavingsmateriaal en bewijs van het gebruik
- Een aanzienlijke vereenvoudiging van de vertaalvereisten
- De toewijzing van een Uniemerk bij wijze van rechtsmiddel in bepaalde omstandigheden
- Vormvereisten met betrekking tot de structuur en indeling van schriftelijk bewijs in alle procedures (overlegging van bewijs als bijlagen)
- Handmatige indiening en deponering in de postbus bij het Bureau worden niet meer aanvaard
- Zowel de uitvoeringsverordening als de gedelegeerde verordening bevatten overgangsbepalingen die duidelijk vaststellen wanneer de nieuwe procedureregels ingaan.
Van kracht geworden op 23 maart 2016
De wijzigingsverordening bracht een aantal veranderingen teweeg op het gebied van de onderzoeksprocedure, absolute weigeringsgronden, relatieve weigeringsgronden, waren en diensten, oppositie- en doorhalingsprocedures en beroepsprocedures.
De belangrijkste veranderingen op het gebied van de onderzoeksprocedure:
- De wijzigingsverordening schrapt de mogelijkheid om aanvragen voor een Uniemerk via nationale bureaus in te dienen.
- Gebruikers kunnen aangeven of zij EU-rechercheverslagen en waarschuwingsbrieven willen ontvangen.
- De wijzigingsverordening verduidelijkt de gevolgen van de vervallenverklaring van een ouder merk waarop een aanspraak op anciënniteit is gebaseerd. Deze hangt nu af van de datum waarop de vervallenverklaring in werking is getreden.
- De wijzigingsverordening introduceert in de tekst van de verordening de huidige praktijk met betrekking tot de termijn voor het indienen van opmerkingen van derden. Deze moeten vóór het einde van de oppositietermijn worden ingediend of wanneer oppositie tegen het merk is ingediend, voordat de eindbeslissing over de oppositie wordt genomen.
- De wijzigingsverordening vermeldt bovendien expliciet dat het Bureau het recht heeft om het onderzoek van de absolute gronden op eigen initiatief en te allen tijde vóór de inschrijving van het merk te heropenen.
De belangrijkste veranderingen op het gebied van absolute weigeringsgronden:
- Voor functionele tekens (bijv. kleur of klank) gelden nu dezelfde verboden als voor vormmerken.
- De wijzigingsverordening verduidelijkt de verboden met betrekking tot beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en andere intellectuele-eigendomsrechten.
- Geschrapt is de mogelijkheid om te verklaren dat geen beroep wordt gedaan op het uitsluitende recht voor bestanddelen van het merk die geen onderscheidend vermogen hebben, teneinde twijfels over de omvang van de bescherming van het merk te vermijden.
- De wijzigingsverordening codificeert de huidige praktijk met betrekking tot de nietigverklaringsprocedure op basis van absolute gronden. Tijdens het onderzoek in het kader van deze procedure wordt nu enkel rekening gehouden met de argumenten en de gronden die door de partijen worden aangevoerd.
De belangrijkste veranderingen op het gebied van de oppositie- en doorhalingsprocedure:
- Veranderingen in de begindatum voor de oppositietermijn tegen internationale inschrijvingen met aanduiding van de Unie. Deze periode vangt nu één maand na de publicatiedatum aan.
- De wijzigingsverordening introduceert enkele veranderingen met betrekking tot reconventionele vorderingen die worden ingesteld bij de rechtbanken voor het Uniemerk. Rechtbanken voor het Uniemerk gaan niet over tot het onderzoek van de reconventionele vordering voordat de belanghebbende partij of de rechtbank het Bureau in kennis heeft gesteld van de datum van instelling van de reconventionele vordering.
- De wijzigingsverordening legt het Bureau de verplichting op de betreffende rechtbank voor het Uniemerk in kennis te stellen van alle eerdere vorderingen tot vervallen- of nietigverklaring die bij het Bureau zijn ingesteld.
De belangrijkste veranderingen op het gebied van relatieve weigeringsgronden:
- Introductie van een afzonderlijke specifieke oppositie- en doorhalingsgrond op basis van beschermde oorsprongsbenamingen (BOB's) en beschermde geografische aanduidingen (BGA's).
- Verandering van één van de data voor het vaststellen van de verplichting om bewijs van het gebruik in te dienen en het vaststellen van de voorgeschreven termijn. De voorgeschreven datum is nu de datum van indiening of de voorrangsdatum van de betwiste aanvraag voor een Uniemerk, in plaats van de publicatiedatum.
- Een aantal verduidelijkingen in lijn met de huidige praktijk en jurisprudentie.
De belangrijkste veranderingen in de wijzigingsverordening op het gebied van de beroepsprocedure:
- Afschaffing van tussentijdse herziening bij procedures op tegenspraak, hetgeen de beroepsprocedure in deze zaken zal verkorten. Dit is in lijn met de doelstelling om de procedures bij het Bureau te stroomlijnen en houdt rekening met het feit dat tussentijdse herziening van beslissingen in eerste aanleg bij procedures op tegenspraak alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk was (omdat beide partijen hiermee moesten instemmen).
- Er zijn enkele bepalingen toegevoegd om de bestaande praktijk met betrekking tot ondersteunende beroepen en de datum van inwerkingtreding van beslissingen van kamers van beroep te verduidelijken en te codificeren. Deze beslissingen treden in werking zodra de periode waarin een vordering tegen deze beslissingen kan worden ingesteld is verstreken of, indien binnen deze termijn een vordering is ingesteld, na verwerping van dit beroep door het Gerecht of afwijzing van de hogere voorziening door het Hof van Justitie.
- Waren en diensten: artikel 28, lid 8
De wijzigingsverordening heeft de huidige praktijk voor merken die na het arrest in zaak C-307/10 betreffende het woordteken ‘IP TRANSLATOR’ is ingesteld ("what you see is what you get"), gecodificeerd. Deze praktijk werd uitgebreid naar merken die vóór dit arrest zijn ingediend, waarbij de merkhouders een overgangsperiode van zes maanden kregen om de specificaties van hun merken aan te passen aan hun oorspronkelijke voornemens toen ze deze merken indienden.
Na afloop van de overgangsperiode werden alle merken die klasseomschrijvingen bevatten geïnterpreteerd volgens de letterlijke betekenis ongeacht de datum van indiening. Houders van Uniemerken waarvoor een aanvraag is ingediend vóór 22 juni 2012 en die zijn ingeschreven voor de volledige klasseomschrijving (van Nice), konden verklaren dat zij ten tijde van de indiening voornemens waren bescherming te zoeken voor andere waren en diensten dan die welke onder de letterlijke betekenis van de desbetreffende klasseomschrijving vallen.
Mededeling nr. 1/2016 over de uitvoering van artikel 28, lid 8, van de verordening tot wijziging van het Uniemerk gaf het kader voor de procedure bij het Bureau tot het indienen van een verklaring onder artikel 28, lid 8, in het register.
De wijzigingsverordening bevatte een bijlage met een niet-uitputtend overzicht van voorbeelden van waren en diensten die duidelijk niet onder de letterlijke betekenis van de algemene benamingen van de klasseomschrijvingen van de betreffende uitgaven van de Classificatie van Nice (6e tot 10e uitgave) vallen. Dit overzicht helpt gebruikers bij het afleggen van hun verklaringen.
Het Bureau heeft een niet-uitputtende lijst samengesteld van termen die worden geacht niet duidelijk onder de letterlijke betekenis van de respectieve klasseomschrijving te vallen met het oog op het indienen van verklaringen op grond van artikel 28, lid 8, van de Uniemerkenverordening (UMV). De lijst was enkel bedoeld als richtsnoer voor houders van merken die op grond van artikel 28, lid 8, UMV verklaringen willen indienen. De lijst is hier beschikbaar.